Hoe is het met je paard?
Achtergrondinformatie bij de jaartraining Define Your Future Self
Je paard trekt de koets en als het goed is dan leidt je koetsier je paard. Vanuit de eeuwenoude metafoor waarbij een mens met een equipage wordt vergeleken, staat het paard voor je emoties en verlangens. Iedere beweging die de koets (je lichaam) maakt, wordt dan ook door het paard veroorzaakt. Als de koetsier de regie heeft zijn dat bewuste bewegingen, als de koetsier afgeleid is zijn het onbewuste of automatische bewegingen. Schattingen lopen uiteen, maar zelfs de meest voorzichtige schatting gaat ervan uit dat de koetsier 93% van de tijd zit te pitten of te dagdromen. Met als gevolg dat het paard routinematig zijn rondjes loopt, stopt waar het wat lekkers krijgt en plaatsen vermijdt waar het ooit een keer is geschrokken of pijn heeft gehad. Anders gezegd: je staat ’s morgens op, hebt zo je ochtendroutine, doet je dagdagelijkse dingen en gaat weer naar bed. Zolang de dag voorspelbaar en zonder incidenten verloopt, is er niets aan de hand.
Tot er wel iets aan de hand is en dan is de reactie emotioneel. Als het leven niet gaat zoals gewild wordt, levert dat emoties op als frustratie, ergernis, jaloezie, schaamte, onzekerheid of angst. En niet zelden krijgen anderen of omstandigheden dan de schuld van het ongemak, al dan niet vergezeld van een rationalisatie, een redelijk klinkende verklaring waarom iets buiten jezelf verantwoordelijk is voor je stemming en reactie. En niet zelden leidt die reactie dan weer van kwaad tot erger. Het behoeft geen betoog dat hier het paard de regie voert zonder dat de koetsier op tijd ingreep zodat een meer adequate reactie mogelijk was geweest.
Je kunt het je paard niet kwalijk nemen. Het emotionele brein voedt zich immers primair met de emoties die hun oorsprong hebben in het instinctieve brein. Angst, woede en schaamte zijn hierbij de belangrijkste omdat ze direct te maken hebben met het leven op aarde. Angst en onzekerheid zorgt ervoor dat we geen dingen eten die we niet vertrouwen en voorraden aanleggen tegen mogelijke schaarste. Woede zorgt ervoor dat we ons territorium afbakenen en ons kunnen verdedigen bij lijfsgevaar en schaamte is waardoor we moeite doen om een partner te vinden om een bijdrage te kunnen leveren aan de instandhouding van de soort. Goed beschouwd zijn onze dagen gevuld met het doen van dingen waardoor we deze emoties vermijden. Als dat lukt voelen we ons tevreden. Als we voldoende spaargeld hebben, veilige huizen, geliefd zijn en kunnen gaan en staan waar we willen, is het allemaal best wel in orde.
Daar staat tegenover dat we qua bewustzijn als mens niet veel meer bereikt hebben dan dat van een konijn. Een wintervoorraad voedsel, veilige holletjes en buiten spelen als het mooi weer is. Je kunt er maatschappelijk gezien ver mee komen, maar er komt een moment dat je jezelf vragen gaat stellen als ‘is dit alles?’ Zeker als geconfronteerd wordt met de tijdelijkheid van je bestaan doordat je ouders overlijden, leeftijdgenoten ziek worden of je zelf iets gaat mankeren. Het is het moment waarop je gaat beseffen dat alles wat je gebracht heeft tot waar je nu bent gekomen je niet verder zal helpen.
Misschien is er meer, misschien ook niet. Sommigen beweren van wel in de vorm van een hiernamaals, een hemel, reïncarnatie of wat dan ook. En sommigen zijn ook heilig overtuigd van hun gelijk hierin, ook al is het op niets anders gebaseerd dan op wat anderen beweren en/of op wat er over geschreven is. Anderen niet. Ongeacht of ze wel of geen religieuze opvoeding hebben gehad, geloven ze niet zomaar in een onverifieerbaar verhaal, hoe mooi ook verteld. Dit zijn de mensen die zelf op zoek gaan naar hoe het zit, de waarheidszoekers. Er is een verlangen wakker geworden van een andere kwaliteit dan die van bevrediging van de instinctfuncties.
Zoals al gezegd, het paard is een gewoontedier en vanuit zijn aard onzeker en schichtig voor het onbekende. Wie ooit zelf een jong paard heeft gereden zal nog wel weten hoeveel moeite het koste om hem de eerste keer over een brug te laten lopen. Aandacht voor de opvoeding van je paard is dan ook de eerste logische stap. Je niet langer laten leiden door instinctieve emoties, maar registreren dat ze er zijn en zelf stevig de teugels vasthouden. Dit impliceert dat de koetsier zich niet meer kan permitteren om te zitten pitten op de bok, zich af te laten leiden of te dagdromen. Het is het begin van wat je nodig hebt om wel verder te komen dan waar je talenten, je karakter en je opleiding je al hebben gebracht.
Het trainen van je paard is de eerste stap in je verdergaande psychologische ontwikkeling. Met de nodige aandacht en zelfbewustzijn (het werk van je koetsier) kun je leren om de instinctieve emoties wel op te merken maar je er niet door mee te laten slepen. Als je koetsier voldoende attent is op de bewegingen van de koets, kan hij op tijd bijsturen en ongelukken voorkomen. Met andere woorden: je drie breinen gaan samenwerken. Het betekent dat je steeds beter in staat bent om een keuze te maken in je respons op wat er om je heen gebeurt en je er niet langer door laat meeslepen. Het betekent ook dat je emotionele intelligentie toeneemt met alle aangename gevolgen van dien. En het betekent vooral dat je receptief wordt voor werkelijke inspiratie. Of, zoals de metafoor verder beschrijft: veruit de meeste equipages hebben de kwaliteit van die van de schillenboer, maar een goed functionerende equipage is geschikt om passagiers te vervoeren. Deze passagier is ‘inspiratie’ in de letterlijke betekenis van het woord: je krijgt de geest en de energie om te doen wat de passagier je koetsier opdraagt. Waardoor je je bestaan (weer) als zinvol en wezenlijk zingevend kunt ervaren.